Lees het aangegeven bijbelgedeelte en probeer de vragen te beantwoorden:
- Genesis 12 : 1-9: De HERE roept Abram en belooft hem iets.
– (2-3) Wat betekent het, denk je, als de HERE je zegent? En als je tot een zegen bent voor anderen? Hoever gaat, volgens vs. 3, de zegen die God aan Abram belooft?
– (6-7) Tot welke plaats trekt Abram? Wat zegt de HERE daar? En wat doet Abram daar?
– (8) Waar trekt hij vervolgens heen? Wat doet hij daar (twee dingen)?
– (9) Weet je waar het Zuiderland is?
- Genesis 12 : 10-20: Abram reist nog verder, Kanaän uit, naar Egypte.
– (10) Waarom gaat hij naar Egypte?
– (11-13) Wat spreekt hij met Sarai af? Wat zou dat voor haar betekenen?
– (14-16) Hoe pakt dat uit in de praktijk? Wat vind je van de handelwijze van de Egyptenaren?
– (17-20) Wat doet de HERE? En hoe reageert Farao? - Genesis 13: Abram en Lot gaan uit elkaar.
– (1-5) Abram en Lot trekken weer rond in het land Kanaän. Herken je de genoemde plaatsen? En wat doet Abram daar nu? (Vergelijk met 12 : 8-9)
– (6-9) Waarom gaan ze uit elkaar?
– (10-11) Wat vind je van de keuze van Lot? Hoe zou jij gekozen hebben?
– (14-18) Wat belooft de HERE aan Abram? En wat doet Abram nu? - Genesis 14 : 1-24: De veldtocht tegen de koningen van het Oosten.
– (1-3) Over het verschijnsel van zo veel koningen kun je een korte uitleg op de website vinden. Er worden in vs. 1 vier koningen genoemd die komen om oorlog te voeren (o.a. Kedorlaomer), en in vs. 2 (en 8) vijf koningen met hun steden, die (zie 3-4) na 12 jaar in opstand gekomen waren tegen Kedorlaomer. Welke plaatsnamen herken je in vs. 2?
– (5-11) Welke groep wint, welke verliest? Wat gebeurt er met de koningen van Sodom en Gomorra?
– (12-16) Wat gebeurt er met Lot? En wat doet Abram, met zijn bondgenoten?
– (18-20) Melchisedek – waar is hij koning? Wat is hij nog meer behalve koning? Wat doet en zegt hij? En hoe eert Abram hem?
– (21-24) Wat bieden de bevrijde koningen Abram aan? Wat is zijn antwoord? Begrijp je dat?
Bespreking
Zingen vooraf: Psalm 105 : 4 en 5. Aan het eind: Psalm 119 : 1 en 27.
- Ga met elkaar de voorstudievragen langs. Kun je samen alle vragen beantwoorden?
- Nog een paar extra vragen daarbij:
Bij 1a: De zegen voor alle geslachten van de aarde (12 : 3). Ga na wanneer in de bijbelse geschiedenis die belofte gedeeltelijk / geheel vervuld is? (hint: Genesis 14, Genesis 41, en vooral: Galaten 3 : 8-9)
Bij 2: Bespreek de houding van Abram in Egypte, tegenover:
a. Sarai,
b. Farao,
c. de HERE.
Bij 4: Melchisedek: op wie wordt die naam verderop in de Bijbel toegepast? (Zie Psalm 110 en Hebreeën 7 : 1-10). Weet je ook waarom? (vind hier meer informatie over Melchisedek)
HVB