Schets 3 – God sluit een verbond met Abraham..

S

Wij kijken nu dus naar Abraham. Hij kende Jezus nog niet. Maar hij geloofde God en hij reisde gehoorzaam naar het beloofde land. Een voorbeeld voor ons. Hij heet niet voor niets: de vader van alle gelovigen (zie Romeinen 4: 9-12).

God sluit een verbond met Abraham…

Abram was 75 jaar toen hij in Kanaän kwam. Als vreemdeling, en hij had geen kinderen. Hij had alleen grote beloften van God. In de jaren daarna woonde hij op verschillende plaatsen in het beloofde land. Maar hij bezat er geen stukje grond. En hij en Sarai waren echt te oud geworden om kinderen te kunnen krijgen. Hoe moest dat nu met die beloften?

Voorstudie

Lees in de week voor de bespreking de aangegeven bijbelgedeelten en probeer de vragen te beantwoorden. Kijk ook eens naar de aanvullingen op de website!

  1. Genesis 15: belofte en teken.
    – (1-6) Wat belooft de HERE hier? En hoe reageert Abram? Is geloven hetzelfde als rechtvaardig zijn?
    – (7-8) Wat is hier de belofte? En hoe reageert Abram?
    – (9-11, 17) Hoe helpt God hem? Begrijp je de beeldtaal, van dat pad tussen de doormidden gesneden dieren?
    – (13-16, 18-21) Wat vertelt de HERE aan Abram? Ken je de geschiedenis die Hij hier voorspelt? (Vul voor jezelf eens in wat je daarover weet) Kijk ook eens naar Toekomst voor Abrahams nakomelingen.
  2. Genesis 16: Hagar en Ismaël (1)
    – (1-6) Tweemaal horen we Sarai zelf aan het woord. Vertel in eigen woorden wat hier gebeurt. Wat vind je van de houding van Sarai? En van Hagar?
    – (7-9) Het eerste wat de Engel zegt is: ga terug naar je meesteres. Wat denk je: betekent dit dat de HERE partij kiest voor Sarai?
    – (10-14) Wat belooft Hij aan Hagar? Wat betekent Ismaël? En wat bedoelt Hagar met de naam van de put (en met de naam die ze de HERE geeft)?
    – Hoe oud is Abram bij de geboorte van Ismaël? Hoe lang is hij dan in Kanaän? (vgl. vs 3).
  3. Genesis 17: Gods verbond met Abram / Abraham
    – (1) Hoe oud is Abram nu? Hoe noemt de HERE zichzelf hier, en wat draagt Hij Abram op? Geef dat in eigen woorden weer. Hoe zou je dit concreet op jezelf toepassen?
    – (2-8) Vs 7 is het waard om uit het hoofd te leren. Maar je kent het allang; waarvan? Waarom slaat dit ook op ons?
    – (5-6 en 15-17) Abram en Sarai krijgen allebei een nieuwe naam. Weet je wat die namen betekenen?
    – (9-14 en 23-27) Abraham en al zijn mannelijke nakomelingen moeten besneden worden. Een teken, waarvan?
    – (18-22) Zie je verschil tussen de beloften voor Isaak en Ismaël?
  4. Genesis 18 : 1-15: De geboorte van Isaak aangekondigd
    – (8:1-8) Let op Abrahams gastvrijheid. Hoe zit dat met ons/jou? (zie Hebreeën 13 : 2)
    – (8:9-15) Welke lessen mag je hieruit trekken, over:
    1. over Gods werk in jouw leven,
    2. eerlijkheid,
    3. Gods geduld met zondige mensen?

Bespreking

Zingen vooraf: Psalm 33 : 5, 6. Aan het eind: Psalm 105 : 5, 3.

  1. Bespreek jullie antwoorden op de voorstudievragen.
  2. B. Lees samen Hebreeën 11 : 1, 8-16.
  3. Wat zegt Hebreeën 11 over Abrahams vreemdelingschap? Waar zag hij naar uit?
  4. Dat perspectief van Abraham: beleef je dat zelf ook in je dagelijks leven? Voorbeelden?
  5. Lees hier op de website meer over Genesis 15 en 17 en bespreek dat.

Tips voor bij de bespreking

(HVB)

Tags

Categories