Schets 7 – Exodus 1-4: God is al begonnen aan zijn reddingsplan

S

Deze schets is onderdeel van de Schetsen over Exodus.

Inleiding op het begin van Exodus: God neemt het op voor zijn volk

Aan het begin van Exodus wonen de Israëlieten al jaren in Egypte. Maar het is er niet zo fijn meer! Ze zijn uitgegroeid tot een heel volk, maar door de Egyptenaren tot rechteloze slaven gemaakt. Ze moeten stenen bakken voor de bouw van nieuwe steden: zwoegen, slaag, armoede… Ze schreeuwen het uit, maar niemand komt te hulp – ook God niet. Is Hij er eigenlijk nog wel?
Ja, Exodus 2:23-25 vertelt wel dat ze om hulp schreeuwen, maar niet dat ze tot God roepen. Het lijkt erop dat veel Israëlieten zich sterk aangepast hebben aan de Egyptenaren; ze dienen in deze tijd (ook) andere goden[2]. Van de HERE verwachten ze niet veel meer – als ze Hem nog kennen. Maar Hij is hen niet vergeten! Hij heeft hun hulpgeroep gehoord. Sterker nog: Hij ‘gedacht aan zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob. Zo zag God de Israëlieten aan en God had bemoeienis met hen.’

Voor een algemeen overzicht over Exodus: zie overzicht Exodus

Schets 7 – Exodus 1-4: God is al begonnen aan zijn reddingsplan

Het is God niet uit de hand gelopen. Hij had aan Abraham al verteld dat dit gebeuren zou, en dat het vierde geslacht zou terugkeren (Genesis 15:14). Als die tijd nadert, is Hij allang voor hen aan het werk. Zo maakt Hij Mozes al vanaf zijn geboorte klaar voor zijn taak om (pas op zijn 80e!) Israël uit Egypte te leiden. Daarover lezen we in Exodus 1-4.

Voorstudie
Lees in de week voor de bespreking het aangegeven Bijbelgedeelte en probeer de vragen te beantwoorden (tip: smeer de lezing uit over vier keer). Kijk ook eens naar de aanvullingen op de website!

  1. Exodus 1: Israël in slavernij
    (1-7) Indertijd was Jakob met zijn familie in Egypte gaan wonen. Weet je (nog) waarom?
    b. (8-14) Waarom gaat de nieuwe koning de Israëlieten onderdrukken? Ga na hoe het van kwaad tot erger gaat.
    c. (15-21) De jongetjes moeten na hun geboorte in de Nijl verdronken worden; waarom?
    Wie moeten dat doen? Waardoor mislukt dat plan?
    d. (22) Wat is de volgende stap?
  2. Exodus 2: Mozes’ opleiding.
    (23-25) Dit bekende hoofdstuk gaat niet alleen over mensen! Dat gaan we vanuit deze laatste verzen inkleuren.
    b. (1-10) Mozes’ opleiding, eerste fase: een christelijke opvoeding.
    De ouders van Mozes waren gelovige Israëlieten. God zegende dat, en gaf hun moed en bijzonder inzicht. Zij hebben Mozes mogen opvoeden zonder angst voor zijn en hun leven, en hem van Israëls God kunnen vertellen, tot hij ‘groot geworden was’ (vers 10). Hoe weten we dat? Lees Hebreeën 11:23 en Handelingen 7:20-21!
    c. (11-15) Tweede fase van zijn opleiding: leiderschapsschool aan het hof.
    Mozes heeft aan het hof, als adoptie-kleinzoon van Farao, een grondige opleiding gekregen voor een leidende positie. En hij is niet gauw bang! Dat laat hij merken als hij 40 is. Wat gaat er (toch) mis? Aan wie ligt dat? Hoe reageert hij?
    Gezakt voor het examen? Lees: Hebreeën 11:24-27 en Handelingen 7:22-29.
    d. (15b-22) Derde fase van zijn opleiding: herder in Midjan.
    Wat moet Mozes er in deze fase bij leren, denk je?
  3. Exodus 3: Opleiding afgerond, en nu: aan het werk!
    (1-6) De HERE verschijnt aan Mozes in de brandende braamstruik. Waarom moet Mozes zijn schoenen uitdoen? En waarom is hij bang?
    b. (7-12) De HERE geeft Mozes opdracht om de Israëlieten uit Egypte te leiden. Zijn eerste reactie is een tegenwerping. Wat is zijn bezwaar? En wat is Gods antwoord?
    c. (13-15) Wat is zijn volgende vraag? En welk antwoord krijgt hij?
    d. (16-22) De HERE vertelt ook wat hij met deze informatie moet doen: tegenover de Israëlieten (15-17), en Farao (18-20). Wat is de kern van zijn boodschap? En wat zullen de reacties zijn?
  4. Exodus 4: Mozes terug naar Egypte.
    (1-9) Zijn derde reactie is weer een tegenwerping; welke? Wat is nu Gods antwoord?
    b. (10-12) Alweer een tegenwerping: wat is nu zijn bezwaar? En Gods antwoord?
    c. (13-17) Tenslotte ronduit: Mozes wil niet. Wat is Gods reactie nu?
    Toch zie je ook dat de HERE er alles aan doet om Mozes over te halen. Hij moet gaan, maar hij krijgt ook een tegemoetkoming – letterlijk! Welke?
    d. (18-23) Mozes gaat. En krijgt van de HERE nog een bemoediging mee; welke?
    Maar de HERE vertelt hem al van tevoren dat Farao hardnekkig zal weigeren. Welk beeld moet hij tegenover Farao gebruiken? Vind je dat een mooie vergelijking?
    e. (24-26) Waarom noemt Sippora haar man ‘bloedbruidegom’, denk je?
    f. (27-31) Hoe is de eerste reactie van de Israëlieten op Mozes’ boodschap?

Bespreking
Zingen vooraf: Psalm 105:11-12.
Aan het eind: Psalm 43:5.

  1. Bespreek de voorstudievragen (maar sta niet lang stil bij de feiten-zonder-meer).
  2. Kijk daarbij ook naar de tips en aanvullingen op de website.
  3. Extra vraag: Bedenk je wel eens dat God ook ons met liefdevolle aandacht leidt, en opleidt?

HVB

 

[1] Stefanus geeft een samenvatting van die overgeslagen periode, in Handelingen 7 : 8b-17.

[2] zie Jozua 24 : 14.

Tags

Categories