Herken je dit?
Een jongetje van zes jaar, die met een groot boek komt aansjouwen: een boek over het heelal. Hij laat je trots die diepblauwe bladzijde zien met een schets van ons zonnestelsel. Hij kan de planeten (getekend met hun banen) allemaal aanwijzen en benoemen; de aarde springt eruit door zijn prachtige kleuren. Op een volgende bladzijde wijst hij de Grote en Kleine Beer aan, de Orion, de dierenriem…
Ja, hij heeft met papa samen in een heldere zomernacht naar de sterren gekeken. Ze hebben erover gepraat en toen uit de bieb dit boek gehaald. En hij raakt er niet over uitgepraat! Enthousiast vertelt hij dat het heelal zooo ontzettend groot is. Dat kleine bolletje daar, dat is de aarde – terwijl je weet dat je er met een vliegtuig uren en uren over doet om van de ene kant naar de andere te komen.
Ja, het jongetje is onder de indruk. Maar niet bang. Het is immers God, onze Vader in de hemel, die dat allemaal heeft gemaakt!
Ben jij daar ook nog steeds van onder de indruk? Lees er de Bijbel nog maar eens weer op na!
Te beginnen bij Genesis 1. Is het weleens tot je doorgedrongen hoe het daar staat, over die vierde dag (Gen. 1 : 14-18)? Vrij vertaald: zon, maan en sterren zijn er speciaal “om licht te geven op de aarde”. En om ons tijdsbesef te geven: houvast bij het vaststellen van dag en nacht, van vaste tijden en jaren.
Ik weet wel dat wetenschappers daar andere ideeën over hebben. Die hebben met hun telescopen en heel veel ingewikkelde berekeningen ‘bewezen’ dat het scheppingsverhaal van de Bijbel niet klopt met hun ‘werkelijkheid’ – een werkelijkheid zonder God. De aarde is een miniem klein onderdeeltje van een onvatbaar groot geheel dat ontstaan moet zijn uit een ‘oerknal’. Iets waarvan ze overigens (nog) niet veel meer weten dan dat je er nu nog steeds de gevolgen van kunt berekenen.
Ze staan overigens nog regelmatig voor raadsels. Ze rekenen maar door aan die sterren, maar af en toe moeten ze hun theorieën weer grondig bijstellen. En biologen staan ervan te kijken hoe knap het menselijk lichaam in elkaar zit. Die kleine mensjes op die nietige aardbol – deskundigen ontdekken nog steeds weer nieuwe details. Net zoals de nanowetenschap nog steeds niet klaar is met het ontdekken en toepassen van de kleinste en nog kleinere materiedeeltjes.
Daar tegenover vertelt Genesis 1 ‘ongelooflijke’ dingen. Dit immense heelal en alles wat het bevat: gemaakt door Iemand die er maar zes dagen voor nodig had om onze planeet in te richten als een thuis voor talloze levende wezens; Hij hoefde ze maar op te roepen en ze waren er. Zoals Hij ook de sterren maar hoeft te roepen (en Hij kent ze allemaal bij name, Psalm 147 : 4). En dan de mens als kroon op het werk: speciaal geboetseerd als afspiegeling van God zelf, om namens Hem te heersen over de aarde en alles wat daarop leeft. Ja, wij kleine mensjes! Terwijl zon, maan en sterren zijn gemaakt om ons te helpen dat werk goed te doen… Daarbij moet je ook bedenken dat dit allemaal één hoofddoel heeft: God, onze Schepper, de eer geven die Hem toekomt. Daar zijn we voor gemaakt!
Iemand die niet in die God gelooft, kan ook dit natuurlijk niet geloven: het is het omgekeerde van wat hij zelf wil en – met zijn kleine hersentjes – kan bedenken.
Die werken van onze Schepper – wat zijn ze indrukwekkend, wonderbaarlijk! Lees er Psalm 139 eens op na. Speciaal ook vs 13-18. Dat gaat over jou en mij, zoals Hij ons gemaakt heeft: ‘gans wonderbaar toebereid’, vs 14 (Wij ontmoetten in de VS een dokter die dat boven de ingang van zijn praktijk had staan: Fearfully and wonderfully made ). Maar ook de rest van die psalm: die grote Schepper leidt ons heel ons leven, met liefdevolle aandacht. Wie dat van zich afwerpt, en Hem niet wil erkennen – die speelt met zijn leven.
Het probleem is dat wij mensen inderdaad tegen Hem in opstand gekomen zijn, en niet alleen onszelf maar ook deze hele schepping bedorven hebben. Ondanks is er nog zo overweldigend veel van dat grandioze begin over, om te ontdekken en te gebruiken.
Dat is een van de bewijzen hoe genadig onze God is: die grote werken van Hem doen doorlopend een appel op ons mensen, om bij Hem terug te komen.