Naast bijbelse geschiedenissen vind je in de Bijbel ook profetieën, spreuken en liederen. Die zijn vaak minder bekend. Daarom willen we daar ook aandacht aan geven, tussen de ‘blokjes’ geschiedenis door. Schets 5 en 6 gaan over twee (onberijmde) psalmen: 111 en 112.
Inleiding: de Psalmen
In veel gereformeerde kerken zingen we vooral psalmen. Het zijn ‘rechtstreekse’ berijmingen van de 150 Psalmen in de Bijbel (in een oude schetsenbundel mooi omschreven als: Gods Liedboek voor zijn volk). Al zingen we daarnaast ook andere liederen. Ook die gezangen zijn als het goed is gebaseerd op Gods Woord, maar er zijn toch verschillen. Bijvoorbeeld:
- het zijn berijmingen van andere bijbelgedeelten dan het boek Psalmen,
- of ze vatten diverse bijbelgedeelten in één thema samen,
- of ze zijn er een gelovige reactie op.
Zing je buiten de kerkdiensten om bijna nooit psalmen? Ken je er misschien maar een handjevol van uit je hoofd? Jammer! De HERE wil graag dat we ze samen zingen in de kerk (Hij ‘troont op de lofgezangen van Israël’), maar vooral ook dat we ermee leven. Want ze staan midden in het dagelijks leven van Gods kinderen, om ons aan te vuren, te onderwijzen, te helpen en te troosten. Met als doel om de band te verstevigen met de HERE en met onze broeders en zusters in het geloof, vroeger en nu.
Zie ook De Psalmen en wij
De schetsen 5 en 6: Psalm 111 en 112 – Je gelooft je ogen niet!
Psalm 111 en Psalm 112 horen bij elkaar. Ze worden wel een tweeling genoemd, qua vorm en inhoud.
Wat de inhoud betreft, wil ik je meteen al voorbereiden op een ongelooflijke ontdekking! Veel van wat Psalm 111 vertelt over God – over zijn liefde, gerechtigheid en zorg voor ons, voor eeuwig – dat vertelt Psalm 112 In precies dezelfde bewoordingen over ons. Over jou en mij, zoals wij mogen worden dank zij het werk van God de Vader, en de Here Jezus Christus, en de Heilige Geest.
Logisch dus dat beide psalmen je oproepen om de HERE te loven! En om met je hele hart, met je hele hebben en houwen te leven in zijn licht.
Schets 5 – Psalm 111: loof de Naam van de HERE!
Deze psalm begint met: Halleluja (Loof de HERE)! Ik zal Hem van harte loven, samen met de ‘oprechten’! Het eind herhaalt die lof, en hoe goed het is de HERE te vrezen.
Tussen dit begin en eind gaat het vooral over de HERE Zelf, over zijn naam en faam:
– hoe Hij is,
– wat Hij doet en gedaan heeft in deze wereld,
– wat Hij voor zijn volk deed.
(zie ook: Wie is God voor jou?)
Voorstudie
Lees in de week voor de bespreking de aangegeven bijbelgedeelten en beantwoord de vragen. Kijk ook eens naar de aanvullingen op de website!
- Lees Psalm 111: Lof op God, op zijn naam en faam.
Zoek de woorden die vertellen:
hoe de HERE is,
b. hoe zijn werken (zijn ‘doen’, daden, wonderen) zijn,
(zie ook: Gods schepping: fearfully and wonderfully made)
c. wat Hij concreet voor zijn volk deed.[1]
Probeer ze ook in eigen woorden weer te geven. - Gods Naam: trouw aan zijn verbond.
Die Naam heeft te maken met zijn beloften aan Abraham, Isaak en Jakob.
– Lees: Genesis 12 : 1-3 en 7, Genesis 26 : 2-5, Genesis 35 : 9-12.
– Om welke beloften gaat het daar?
b. Hij houdt zich aan zijn oude beloften en geeft daar bovenop nieuwe beloften.
– Lees Exodus 3 : 13-17; wat voegt de HERE toe?
c. Sinds de komst van Christus geeft Hij in het nieuwe verbond ook beloften aan ons.
– Wat heeft Hij jou bij je doop beloofd?[2] Probeer dit in eigen woorden weer te geven. - Gods Naam: heilig en geducht (vreeswekkend).
a. Lees Exodus 32 : 7-14: Het Sinaïverbond in de crisis.
– Wat hebben de Israëlieten gedaan? En hoe reageert de HERE daarop?
– Waarop beroept Mozes zich (3 argumenten)? Hoe antwoordt de HERE daarop?
– Wat heeft dit te maken met Gods naam en faam?
b. Lees Exodus 34 : 1-17: God gaat toch verder met zijn volk.
– Wat is in vs. 5-7 nieuw, vergeleken met wat we eerder lazen over Gods Naam?
– Wat betekent dat concreet, gezien het vervolg (vs. 8-17)? - Gods Naam: wat Hij van ons verwacht.
a. Lees nog eens Psalm 111. In vs. 2b, 4a en 7b (en misschien ook in 8b) kun je – indirect – lezen wat Hij van ons verwacht. Lees hardop hoe het in de psalm omschreven wordt:
– (2b) dat wij zijn grote werken naspeuren; dat we daar zelfs plezier aan beleven;
(zie ook: Gods werken onderzoeken: prachtig!)
– (4a) dat wij over zijn wonderen nadenken.
– dat we daarbij bedenken: (4b) hoe goed Hij is;
– en dus ook (1a, 10c) dat we Hem daarom loven;
– (10) dat we ontzag voor Hem hebben;
– (7b, 8b) dat wij zijn geboden opvolgen, omdat ze betrouwbaar (en goed voor ons) zijn.
b. Er staat niet dat we dat allemaal moeten doen. Wel dat het wijs, verstandig is om het te doen. Waar lees je dat in de psalm?
c. Het woord ‘liefde’ kom je hier niet tegen (wel, bijvoorbeeld, in de samenvatting van Gods geboden, lees Matteüs 22 : 37-40). Toch hebben verschillende woorden daar wel mee te maken. Welke?
d. Bij je doop is verteld wat God van jou verwacht, als antwoord op die doop[3]. Geef dit eens in eigen woorden weer.
e. Hoe kun jij hier in je eigen leven vorm aan geven?
Bespreking
(zie ook: tips bespreking schets 5)
Zingen vooraf: Psalm 111 : 1-3. Aan het eind: Psalm 111 : 4-6.
A. Bespreek jullie antwoorden op de voorstudievragen.
B. Eventueel extra:
- Lees samen Psalm 103.
a. Welke elementen uit Psalm 111 kom je ook hier tegen?
b. Welk(e) ander(e) accent(en) kom je er tegen?
c. Wat voegt Psalm 103 nog toe aan de redenen om de HERE te prijzen?
HVB
[1] Tip: het gaat om woorden in de versregels (a) 4b, 9c; (b) 2a, 3a, 7a, 7b, 8a; (c) 5a, 6b, 9a, 9b.
[2] Vgl. Gereformeerd Kerkboek, p. 513 (doopformulier).
[3] Weer Gereformeerd Kerkboek, het vervolg van p. 513 (“Ten derde”)