Schets 6 – Psalm 112: Zonen en dochters van onze hemelse Vader

S

Zie voor een korte algemene inleiding op de psalmen: Schets 5 over Psalm 111.

[Inleiding op Psalm 111 en 112: Deze psalmen horen bij elkaar. Ze worden wel een tweeling genoemd, qua vorm en inhoud.
Wat de inhoud betreft, wil ik je meteen al voorbereiden op een ongelooflijke ontdekking! Veel van wat Psalm 111 vertelt over God – over zijn liefde, gerechtigheid en zorg voor ons, voor eeuwig – dat vertelt Psalm 112 In precies dezelfde bewoordingen over ons. Over jou en mij, zoals wij mogen worden dank zij het werk van God de Vader, en de Here Jezus Christus, en de Heilige Geest.
Logisch dus dat beide psalmen je oproepen om de HERE te loven! En om met je hele hart, met je hele hebben en houwen te leven in zijn licht.]

Psalm 112 begint waar 111 eindigt: met de ‘vreze des HEREN’. Maar nu vanuit een ander perspectief: hier krijgt iemand uit de kring der oprechten (111 : 1) een gezicht. En dit portret van ‘de man die de HERE vreest’ krijgt nog extra reliëf door zijn tegenbeeld in vers 10: ‘de goddeloze’.

Voorstudie

Lees in de week voor de bespreking het aangegeven Bijbelgedeelte en beantwoord de vragen. Kijk ook eens naar de aanvullingen op de website!

  1. Lees Psalm 112: Welzalig de man (mens) die de HERE vreest.
    a. Welzalig – een woord dat in de Psalmen veel vaker voorkomt. Zie het begin van Psalm 1, Psalm 119 en 128. Wat stel je je voor bij dat woord ‘welzalig’? En bij ‘vrezen’?
    b. Welke goede dingen doet degene die de HERE vreest?
    c. En welke dingen ervaart hij? (zie ook Psalm 128). Denk je dat het altijd zo uitkomt in het leven van Gods kinderen?

 

  1. Lees achter elkaar Psalm 111 en 112.
    a. Welke zinnen of zinsdelen in 111 komen letterlijk of bijna letterlijk terug in Psalm 112?
    b. Over wie gaat het daarbij, (1) in Psalm 111, (2) in Psalm 112?
    c. Wat belooft de HERE aan wie Hem vreest?
    d. Voor wie gaat Psalm 112 voor 100% op?

 

  1. Gaat Psalm 112 ook over jou? In hoeverre wel, in hoeverre niet?
    a. Lees Heidelbergse Catechismus v/a 86, en beantwoord daarna vraag a nog eens.
    b. Lees HC Zondag 3 en 33. Herken je hiervan ook wat in je eigen leven?
    c. Dan zijn dus ook de beloften van Psalm 112 voor jou! Benoem ze maar eens hardop!
    d. Wat betekent daarbij het woord ‘eeuwig’ (of ‘voor immer’)?

 

  1. Lees 112 : 9-10.
    a. Aan welke dingen herken je vooral iemand die de HERE vreest?
    b. Wie is die goddeloze? Een heiden? Iemand van buiten de kerk?
    c. Heb jij je ook weleens geërgerd aan mensen die hun best doen met de HERE te leven? Waarom?
    d. Wat is hier de waarschuwing? Zie ook HC v/a 87.

Bespreking

Zingen vooraf: Psalm 112 : 1, 2. Aan het eind: Psalm 112 : 3-5.

A. Bespreek jullie antwoorden op de voorstudievragen.

B. Extra vragen:

In verband met vraag 3 hierboven:

  1. Lees en bespreek Efeziërs 4 : 20-32, en bespreek hoe jullie dat in je eigen leven zouden kunnen toepassen.
  2. Een concreet voorbeeld:
    Lees 2 Korintiërs 9 : 6-9 (Het gaat in dit hoofdstuk over de collecte in Korinte, voor de arme christenen in Jeruzalem). Wat hebben deze verzen met Psalm 112 te maken?
    Wat heeft 1 Korintiërs 9 met jouw uitgavenpatroon te maken?

Kijk ook naar de tips en aanvullingen.

HVB

Tags

Categories