Afgoden in Kanaän

A

De Kanaänieten dienden niet de ware God, de Schepper van hemel en aarde. Ze vereerden andere goden. Vooral Baäl en Astarte kom je veel tegen in het Oude Testament. Vaak lee

De opbrengst van de landbouw in Kanaän is erg afhankelijk van het weer. Als het te veel of te weinig regent, of op de verkeerde tijd, mislukt de oogst en dan komt er hongersnood. Je voelt je als boer, als mens, overgeleverd aan de grillen van het weer – en aan de machten die daarachter zitten. Voor het besef van de Kanaänieten waren dat goden. In het bijzonder Baäl, de god van storm en onweer, en zijn gezellin Astarte, ook wel Asjera genoemd. Om een goede oogst te krijgen moest je die goden dan ook op de juiste manier proberen te beïnvloeden.
Dat kon je op verschillende manieren doen:

  1. Door offers: door een groot offer kocht je de goodwill van de goden. Dat kon zelfs uitlopen op extreme offers zoals kinderoffers.
  2. Door seks. De vruchtbaarheid van het land werd gezien als een uitvloeisel van de vruchtbaarheid van de goden, van de seksuele omgang tussen goden en godinnen. Die kon je stimuleren door aardse seks. Zo waren er tempelprostituees, mannelijke en vrouwelijke. Je kon naar de afgodentempel gaan een daar gewijde seksuele omgang hebben met zo’n ‘gewijde’ prostituee.

Hoever dit allemaal ging, weten we niet precies. Maar het was afschuwelijk – zeker in de ogen van God. Het wordt in de Bijbel ‘een gruwel’ genoemd.

De HERE is een heel andere God; geen God die je kunt omkopen! Heel de aarde is al van Hem, wij kunnen Hem niets geven; als het erop aankomt, staan we tegenover Hem altijd met lege handen (Psalm 50, Micha 6:6-8).
Eigenlijk wil de HERE gewoon dat we Hem vertrouwen. Want Hij is niet grillig zoals de goden van de heidenen, Hij is juist een trouw en betrouwbare Vader, die zorgt voor zijn kinderen. De HERE zegt het nadrukkelijk tegen Israël: Het land Kanaän is een land dat water drinkt van de regen, het is een land waarvoor de HERE zelf zorgt (Deuteronomium 11:11-12). Dus kwam het er voor de Israëlieten op aan: vertrouwden ze op die zorg van hun God? Of zouden ze zich laten verleiden door de verhalen van de heidenen die er woonden, en die al jarenlang vruchtbaarheid afdwongen op de heidense manier?

(JPCV)

Tags

Categories