Wat verwacht jij als christen van de toekomst? – Daarover is veel geschreven, ook veel gefantaseerd.
Om een goed overzicht te krijgen, bespreken we dit onderwerp in twee hoofdstukjes. Het eerste gaat over de kern: dat wat je ook te vinden is in onze belijdenissen. Het tweede gaat over wat ook heel duidelijk blijkt uit in de Bijbel, al zijn ze niet in een belijdenis opgenomen. Daarna komen nog enkele onderwerpen die in discussie zijn, en daarna ideeën die we moeten afwijzen.
Wat wij ervan belijden
- De laatste zin van de Apostolische Geloofsbelijdenis, waarmee we elke zondag in het kort belijdenis doen van het christelijk geloof, eindigt met: “… en een eeuwig leven”. Dat is centraal in onze toekomstverwachting: ook al verwachten we dat wij eenmaal sterven, net zoals vooral oude mensen om ons heen sterven, toch belijden wij dat we eeuwig leven hebben (vgl. Johannes 11:21-27).
Deze verwachting heeft twee kanten:- Direct na ons sterven wordt onze ziel opgenomen tot Christus (Zondag 22, antw. 57). Sterven is voor gelovigen niet het einde, maar een doorgang naar het leven samen met onze God en Redder. Paulus zegt zelfs: “ik verlang er naar heen te gaan en met Christus te zijn, want dat is verreweg het beste” (Filippenzen 1:23).
- Als Christus terugkomt, worden alle doden weer opgewekt. De gestorven lichamen worden weer levend. De gelovigen krijgen dan een vernieuwd, een verheerlijkt lichaam. Dat is de ‘wederopstanding van het vlees’
- “Hij zal weerkomen om te oordelen de levenden en de doden”. Eens zal Jezus Christus terugkomen uit de hemel. Dan zal Hij als rechter rechtspreken over alle mensen. De gelovigen worden publiek en officieel vrijgesproken; de ongelovigen krijgen de eeuwige straf in de hel. Zonde en dood verdwijnen, en de gelovigen zullen eeuwig in heerlijkheid met Hem leven (zie NGB art. 37; Matteüs 25:31-46, Openbaring 20:11-15).
Andere Bijbelse gegevens
Naast deze stukken uit de belijdenis (dingen die we als kerken heel nadrukkelijk hebben samengevat uit de Bijbel) lezen we in de Bijbel nog meer:
- Voordat Christus terugkomt, hebben de gelovigen het zwaar op aarde. Ze zullen worden vervolgd en zelfs gedood omdat ze gelovig zijn.
- Zijn terugkomst is onverwachts, en is niet te berekenen. Daarom moeten we er altijd op voorbereid zijn.
- Zijn terugkomst is voor iedereen merkbaar. “Want gelijk de bliksem flitst en van de ene kant des hemels tot de andere kant licht, zó zal de Zoon des mensen wezen op zijn dag”: zichtbaar voor iedereen (Lucas 17:24).
- De Koning komt in heerlijkheid, ‘met al zijn engelen’. Niemand kan er nog omheen: iedereen moet voor Hem knielen.
- De gelovigen krijgen een speciale behandeling: zij gaan de terugkerende Koning tegemoet in de lucht, zij krijgen een speciale plaats aan zijn rechterhand.
- Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De oude schepping vergaat; ze wordt verbrand (2 Petrus 3:7,10). Er komt dan een nieuwe wereld, waarbij de woonplaats van God bij de mensen zal zijn (Openbaring 21:3).
Omstreden punten
Er zijn ook veel onderwerpen die alleen even worden aangeduid in de Bijbel, en waarover discussies bestaan wat er precies bedoeld wordt. Hieronder volgt een beknopt, zeker niet volledig overzicht.
- Wat gebeurt er met ongelovigen direct na hun sterven? Daarover zegt de Bijbel niets direct. Wel dat ze bij de wederkomst weer opstaan en veroordeeld worden. Maar hoe het in de ‘tussentijd’ is, is minder duidelijk. Het is wel duidelijk voor de gelovigen: die zijn meteen na hun sterven bij Christus.
- Er bestaat onder gelovigen verschil van inzicht over de vraag of er vóór de wederkomst nog een tijd van extra zware verdrukking zal zijn of niet.
- Bij het vorige punt hoort ook dit: De Bijbel spreekt over de antichrist, de mens der zonde. Is dat een algemeen begrip, of wordt daarmee één specifieke figuur bedoeld, die dan in die verdrukking aan het einde optreedt?
- Er is veel discussie over het ‘duizendjarig rijk’ (Openbaring 20:1-10). Is dit een periode in de wereldgeschiedenis die nog in de toekomst ligt, of is die al begonnen?
En als het in de toekomst komt, zou daar dan een speciale plaats voor het Joodse volk zijn? - In Openbaring, vooral hoofdstuk 8-11 en 14-19, lees je over geweldige straffen, waarbij grote delen van de mensheid worden gepijnigd en gedood. Wanneer gaat dat gebeuren, voor of nadat de gelovigen Christus tegemoet gaan? Dat is niet erg duidelijk, en we kennen geen ‘draaiboek’ voor de wederkomst.
Verkeerde toekomstverwachting
In de wereld om ons heen worden ook toekomstverwachtingen verkondigd, die wel ‘christelijk’ worden genoemd, maar die we beslist moeten afwijzen. Hieronder volgen er enkele:
- Het vagevuur: de Rooms-katholieke leer dat ook gestorven christenen niet ineens naar de hemel gaan, maar eerst nog kortere of langere tijd in het vagevuur moeten worden gereinigd, voordat ze naar de hemel kunnen gaan.
– Hiertegen protesteert de Heidelbergse Catechismus door te belijden dat “mijn ziel na dit leven terstond tot haar Hoofd Christus opgenomen zal worden” (zondag 22). De catechismus verwijst hierbij naar Lucas 16:22; 20:37; 23:43; Filip. 1:21, 23; Openb. 14:13. - De wereldgeschiedenis ontwikkelt zich geleidelijk naar een soort ‘gouden eeuw’, waarin óf de kerk, óf de bekeerde joden, óf ook wel beide samen, de wereld zullen beheersen.
Volgens velen is Christus in deze gouden eeuw ook weer op aarde (het chiliasme; in het Engels pre-millenianism), om na die gouden eeuw opnieuw naar de hemel te gaan en dan een tweede keer, voorgoed, weer te keren.
– Maar de Bijbel kent zoiets niet. Volgens de waarschuwingen in Matteüs 24 en Marcus 13 en het hele boek Openbaring kun je veel eerder toenemende verschrikkingen verwachten. - Gelovigen zouden de terugkeer van Christus kunnen missen door onoplettendheid. Ze zouden het gevaar lopen ‘achter gelaten te worden’’ (Matteüs 24:40-41).
– Daarvoor hoeven we niet bang te zijn, want de teruggekeerde Christus zal “zijn engelen uitzenden en zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het uiterste der aarde tot het uiterste des hemels” (Marcus 13:27). Het hangt niet van ons af, maar Christus zorgt, via zijn engelen, dat de zijnen bij Hem zullen zijn.
Het gevaar waar Hij wél voor waarschuwt is dat wij Hem niet meer verwachten, niet meer naar hem verlangen en steeds meer gaan leven zonder Hem. De Bijbel staat vol met waarschuwingen daarvoor.