Schets 42 – I Samual 5 – 10: Samuel en Saul

S

Inleiding

Tegen het eind van Richteren was het refrein: “In die dagen was er geen koning in Israël: eenieder deed wat juist was in zijn ogen”. En we zagen de verschrikkelijke gevolgen!
In I Samuel klinkt het verlangen naar een koning steeds luider. En Israël krijgt inderdaad een koning. Maar is hij de oplossing? Wat is het werkelijke probleem?

Schets 42: Samuel en Saul

Israëls God overwonnen door de Filistijnen? Wat een dwaze gedachte! Met hangende pootjes brengen ze de ark terug. Maar het duurt nog wel 20 jaar voor Israël zich bekeert! Later, als Samuel oud geworden is, vragen ze om een koning. Was dat verkeerd dan?

Voorstudie
Een erg lang stuk om te lezen? Valt wel mee; lees het als een boeiend verhaal! Doe het in porties en probeer de vragen te beantwoorden; kijk ook alvast eens naar de tips en aanvullingen.

I Samuel 5:1 – 6:14a – De Filistijnen en de ark

  1. Vertel voor jezelf na wat hier gebeurt, in details:
  2.  (5:1-7) hoe de HERE optreedt tegen Dagon en tegen de inwoners van Asdod;
  3. (5:8-12) hoe Hijzelf de terugkeer van de ark voorbereidt;
  4. (6:1-9) hoe de Filistijnen die terugkeer regelen en wat ze daarbij denken;
  5. (6:10-14a) hoe de ark aankomt in het gebied van Israël. (Vraagje: waarom zouden die koeien zo loeien?)

I Samuel 6:14b – 7:17 – Israël komt tot inkeer

  1.  (6:14b-21) Gelukkig; de ark is terug! Wat doen de mannen van Beth-Semes goed; waarin gaan ze fout? Vergelijk Exodus 20: 24-26 en Deuteronomium 10: 8-9 met Numeri 4: 4-6, 15. En probeer het echte probleemte begrijpen.
  2. (7:1-6) De ark gaat naar Kirjath-Jearim; er wordt een toezichthouder aangesteld en dat is het dan. Terug in het oude patroon. En wat dat patroon inhoudt, kun je opmaken uit vs.3. Nog twintig jaar lang klagen ze om hun beroerde lot onder de Filistijnse overheersing, tot ze eindelijk gaan luisteren naar Samuel. Gevolg?
  3. (7-10) Dat wordt spannend: de Filistijnen over u! Gaan ze nu weer de ark halen? Wat is het verschil met hoofdstuk 4?
  4. (11-14) Op de bekering volgt een omkeer in Israëls benarde positie. Wijs aan wat er verandert op militair gebied.
  5. (15-17) In het vervolg accepteren ze Samuels leiding. Hoe geeft hij vorm aan die leiding?

I Samuel 8 – “Geef ons een koning!”

  1. (1-5) Weer een sprong in de tijd: Samuel is oud geworden. De oudsten van Israël gaan denken over zijn opvolging. Wat is hun verzoek? De HERE had daar wel een voorschrift voor gegeven: zie Deuteronomium 17: 14-20.
  2. (6-10) Samuel voelt zich gepasseerd. Maar de HERE peilt dieper. Waar zit hun grote fout?
  3. (11-18) Toch geeft Hij toestemming. Maar met een ernstige waarschuwing. Zet eens op een rijtje wat het voor hen gaat betekenen om net zo’n koning te hebben als de andere volken. Wat is dus de strekking?
  4. (19-22) Wat is de reactie van het volk? En het resultaat van de bijeenkomst?

I Samuel 9:1 – 10:8 – zalving van Saul

(Lees om te beginnen het verhaal achter elkaar door; daarna de tips, of die nog bepaalde accenten aanbrengen. Alleen 4 bevat nog een vraag.)

  1. (1-10) Een boerenzoon met een knecht op zoek naar ezelinnen.
  2. (11-17) Ze gaan Samuel raad vragen, maar die is al ingelicht. De HERE heeft hem bovendien verteld dat Saul de toekomstige koning is die hij moet zalven.
  3. (18-24) Ze worden onverwacht vorstelijk onthaald en logeren daarna bij Samuel.
  4. (9:25 – 10:8) Samuel zalft Saul tot koning over Israël; hij vertelt Saul dat hij op de terugweg drie tekenen krijgt. Benoem die. Daar komt ook een opdracht achteraan; welke?

I Samuel 10: 9–27 – Saul aangewezen

  1. (9-12) Dit is blijkbaar voor de auteur van I Samuel het belangrijkste teken. Waarom, denk je? Wat blijkt uit de vraag van de omstanders?
  2. (13-16) Als Saul weer gewoon ‘zichzelf’ is, komt hij zijn oom tegen (waarschijnlijk Ner, de vader van Abner). Waarom vertelt hij niets over de zalving, denk je?
  3. (17-21) Samuel roept het volk samen, weer in Mizpa (zie hoofdstuk 7). Wat zegt hij in 18-19? Zegt dat iets over Samuel: nog steeds overlopend van frustratie? Hij laat het lot werpen; wat is de bedoeling van zo’n loting?
  4. (22-25) De HERE moet nota bene zelfs Sauls schuilplaats aanwijzen. Maar als ze hem opgehaald hebben: sjonge, wat een koning! Samuel schrijft de bepalingen over het koningschap op. Weet je welke bepalingen dat zijn? (zie ook vraag 3a). Waar legt hij het document neer? Waarom daar, denk je? Vgl. Exodus 16: 33; 40: 20 (‘getuigenis’: zie 34: 29) en Numeri 17: 10.
  5. (26-27) Wat doet Saul? En hoe reageert hij op kritiek?

Bespreking
Zingen vooraf: Psalm 115: 2, 6
Aan het eind: Psalm 33: 5, 6

  1. Bespreek de voorstudievragen.  
  2. Kijk daarbij ook op de website naar de tips en aanvullingen.

Tags

Categories