Schets 46 – I Samual 27 – 31: Sauls ondergang

S

Inleiding

Net als Saul krijgt David na zijn zalving tot koning een soort koningsexamen. We zagen dat David op zijn vlucht voor Saul al heel wat tests heeft doorstaan doorstaan. Zal hij uiteindelijk ‘slagen’?
Intussen is Saul nog steeds koning, maar zijn einde nadert.

Schets 46: Sauls ondergang

Al voordat de strijd losbarst, belandt Saul in diepe duisternis: God heeft hem verlaten en heidense praktijken bieden geen troost; integendeel, met duivelse consequentie wordt hem elke uitweg afgesneden. Maar David dan: slaagt hij uiteindelijk wel voor het examen?

Voorstudie
Lees in de dagen/weken voor de bespreking de aangegeven Bijbelgedeelten en probeer de vragen te beantwoorden. Let op de koningsproef bij 1b, 1c, 3b, 3c, 4a, 4d-e.

1.  I Samuel 27:2 – 28:2 – David als roverhoofdman

  1.  (27: 2-6) Achis geeft David een plek in de omgeving van Gath. Waarom, denk je?
  2. (7-12) Wat doet David vanuit Ziklag? Gaat dat zomaar ongemerkt? Achis is er wel blij mee; waarom? En wat zou de HERE ervan vinden?
  3. (28: 1-2) De proef op de som: “David, we gaan met z’n allen ten strijde tegen Israël! Jullie gaan natuurlijk mee… En jou maak ik tot mijn persoonlijke lijfwacht.” – Wat nu, David?

2. I Samuel 28:3-25 – Saul bij de ‘heks van Endor’

  1. (3-8) In Israël gaat het bergafwaarts. De Filistijnen bereiden een grote veldslag voor. Aan de andere kant staat Saul met zijn leger klaar, maar hij is doodsbang. Wat probeert hij eerst? En vervolgens? Vergelijk vs. 7-8 met 3b (en Leviticus 19:31).
  2.  (9-14) De ‘heks’ is argwanend; Saul wordt ook al gauw ontmaskerd, maar stelt haar gerust. Dan komt Samuel op… – Wat denk je: is het inderdaad Samuel?
  3. (15-19) Een vernietigende boodschap. Wat houdt die in? Denk erover na: komt deze boodschap van God?
  4. (20-25) Hoe reageert Saul? Vertel de rest van dit hoofdstuk na. Doet dit verhaal je wat?

 3. I Samuel 29 – 30:5  – David teruggestuurd naar Ziklag

  1. (1-5) Nu weer aandacht voor David: hij moet de Filistijnen tonen dat hij radicaal afstand neemt van zijn eigen volk. Maar Achis’ collega’s protesteren; waarom?
  2. (6-11) Gesprek van Achis met David. Wat is Achis naïef! En wat is David huichelachtig! Leg dat eens uit.
  3. (30: 1-6a) David gaat terug naar Ziklag; hij zal wel opgelucht ademgehaald hebben. Maar dan komt de grote klap. Hij heeft niets en niemand meer over.
  4. Erger nog: het is zijn verdiende loon. En hij is overtuigend gezakt voor het koningsexamen. Toon dat aan uit de hoofdstukken 27 en 29.

4. I Samuel 30: 6-25 – De Amelekieten verslagen en hun buit teruggepakt

  1. (6b-8) David zit totaal aan de grond. Ziklag leeggeplunderd, vrouwen en kinderen weggevoerd – en hijzelf dreigt door zijn mannen vermoord te worden. Wat zou er bedoeld worden met vs. 6b?
  2. (9-15) De Amalekieten achterna! Onderweg krijgen ze hulp van een uitgeputte man. Wie is hij? Wat vertelt hij? Hoe helpt hij?
  3. (16-20) De overval. Hoe loopt die af?
  4. (21-25) Hier is David de wijze leider, hij kent Gods wetten en werkt ze uit in de praktijk. Zie Numeri 31:27.
  5. (26-31) Hij denkt ook aan zijn toekomstige taak als koning. Of zou het pure berekening zijn?

5. I Samuel 31 – Dood van Saul en Jonathan

  1. (1-6) Vertel het verloop van de strijd na. Is Sauls redenering (4) een legale gedachtegang?
  2. (7) Een groot gebied in Israël is totaal onder de voet gelopen. Wat doen de inwoners? En wat doen de Filistijnen? Vergelijk deze situatie met die in het begin van Sauls regering; hoe valt de balans uit?
  3. (8-10) Wat doen de Filistijnen de volgende dag? Doet het je ergens aan denken? Vergelijk het eens met hoofdstuk 5, en in het bijzonder vs. 1-6: schrijnend! Leg dat uit.
  4. (11-13) Vertel na wat de mannen van Jabes in Gilead doen. Zij hebben een bijzondere reden – zie hoofdstuk 11. Een klein tegenwicht op de balans?

Bespreking
Zingen vooraf: Psalm 69: 1,2
Aan het eind: Psalm 90: 7,8

A. Bespreek de voorstudievragen.
B. Kijk daarbij ook op de website naar de tips en aanvullingen.

Tags

Categories